De juiste uitspraak van "vaccin"

Hoe spreek ik het woord “vaccin” correct uit: 1. vak’si:n, 2. vas’si:n of bijna als in het Frans met een nasaale klank: 3. vak’sɛ̃ ? of 4. vas’sɛ̃ ?

Het woord wordt normaal zoals in het Frans uitgesproken. Optie 3 (vak’sɛ̃) is dus juist.

Dank je wel voor je prompt antwoord, Vincent!

Dus het is één van de wenig woorden in het Nederlands met een neusklank.

Weet iemand nog andere Nederlandse woorden met nasaals? De meeste woorden die van de Franse taal afstammen hebben - zoveel ik weet - geen nasaal. Of is er desbetreffend een verschil tussen de Belgische en de Nederlandse uitspraak?

Hier kan je een opname van het woord beluisteren:

In het Vlaams volgens veel meer woorden de Franse uitspraak dan in het Nederlands. Het verschil zit er dus in dat in Vlaanderen veel meer nasale klanken (zoals in het Frans) gebruikt worden dan in het Nederlands. In Nederland is men meer geneigd om de Engelse uitspraak van woorden te volgen!

Nee hoor, de uitspraak is zowel in België als in Nederland “op z’n Frans”, dus nasaal.

Er zijn inderdaad heel weinig woorden in het Nederlands met een neusklank, misschien zijn het er meer in België. Uit mijn hoofd zal ik eens kijken hoeveel ik er kan noemen:

vaccin
teint (maar het woord tint bestaat ook, de Nederlandse versie)
restaurant (kan op zijn Frans of op zijn Nederlands uitgesproken worden, meestal Nederlands zonder neusklank)
genre
entrecôte

Er zullen er vast veel meer zijn. Naar mijn weten zijn er geen origineel Nederlandse woorden met een neusklank, en de weinige leenwoorden uit bijvoorbeeld Portugees verliezen hun neusklank (samba?). Dus waarschijnlijk alleen Franse leenwoorden. In sommige dialecten, bijvoorbeeld in het Zeeuws, komen nog neusklanken voor: het woord ‘mensen’ bijvoorbeeld wordt dan met een neusklank uitgesproken.

Ik zou het woord “vaccin” in het Nederlands op z’n Frans uitspreken met een nasale klank.

Fasulye